Verstoring woongenot

Als huurder van woonruimte heb je recht op rustig woongenot. Het is dan ook een hoofdverplichting van de verhuurder om rustig woongenot voor de huurders te verzorgen.

Woongenot kan op uiteenlopende manieren worden verstoord. Het kan bijvoorbeeld zijn dat de huurder het gevoel heeft lastiggevallen te worden door de verhuurder. Bijvoorbeeld wanneer de verhuurder onaangekondigd de verhuurde woning betreedt.

Onduidelijkheden over wat wel of niet wenselijk is met betrekking tot de privacy van huurder en verhuurder ontstaan vaak in situaties waarbij de verhuurder en huurder(s) in hetzelfde pand verblijven.

Uitspraak van de rechter

Wanneer er een geschil ontstaat over het woongenot, dan kan een rechter hierin uitspraak doen. Hierbij worden onder meer de volgende regels aangehouden:

  • Een verhuurder behoudt altijd het recht op toegang tot de woning. Het is voor de huurder niet toegestaan om de verhuurder de toegang tot de woning te ontzeggen.
  • Een verhuurder mag niet onaangekondigd een woning betreden. Hij of zij dient altijd aan te bellen of te kloppen en te wachten tot de deur wordt opengedaan.
  • Een verhuurder mag niet zomaar te pas en te onpas bij de huurder aankloppen. Wanneer een verhuurder de verhuurde woning wil bezoeken dan moet hij of zij daar een duidelijke en goed omschreven reden voor hebben.
  • Ook voor gemeenschappelijke ruimtes van verschillende huurders gelden privacyregels. Zo mag een verhuurder ook gemeenschappelijke ruimtes niet zonder meer onaangekondigd betreden.
  • Een verhuurder mag alleen een verhuurde ruimte betreden als hij of zij een rede daarvoor heeft die binnen de zogenaamde “verhuurderstaak” valt.
  • Een verhuurder mag altijd besluiten om sloten te vervangen. Hij of zij moet er wel altijd voor zorgen dat de huurder(s) in geval van nood zichzelf toegang kunnen verschaffen tot de betreffende verhuurde ruimte.