Huurrecht voor bedrijfsruimte

Wanneer u als ondernemer een ruimte wilt huren voor uw bedrijf, krijgt u te maken met het huurrecht voor bedrijfsruimte, ofwel ‘huurrecht voor ondernemers’.

Huurrecht voor bedrijfsruimte

Huur is een benoemde overeenkomst. Dit houdt in dat de wetgever het noodzakelijk vindt om dit type overeenkomst uitdrukkelijk in de wet te vermelden, net als bijvoorbeeld bij de arbeidsovereenkomst en bij de koopovereenkomst. De wetgever kan in het geval van een benoemde overeenkomst ook extra eisen stellen aan de afspraken die partijen met elkaar maken. Dit wordt ook wel het dwingend of semi-dwingend recht genoemd.

Het kiezen van een geschikte bedrijfsruimte kan een ingewikkeld proces zijn, en het kost vaak een hoop tijd en geld om de ruimte klaar te stomen voor gebruik. Het is verstandig om na te gaan welke rechten en plichten u heeft, zodat u niet onverwacht voor (juridische) verrassingen komt te staan. In Nederland gelden bijvoorbeeld niet voor alle bedrijfsruimten dezelfde regels.

Twee typen bedrijfsruimte (voor de wet)

Er wordt in Nederland onderscheid gemaakt tussen twee verschillende typen bedrijfsruimte:

  • Artikel 290 bedrijfsruimte
  • Artikel 230a bedrijfsruimte

Artikel 290 bedrijfsruimte (ex 290 bedrijfsruimte)

Er is sprake van een artikel 290 bedrijfsruimte als het gehuurde bestemd is voor: de uitoefening van een kleinhandelsbedrijf, een restaurant- of cafébedrijf, een afhaal- of besteldienst of een ambachtsbedrijf. Hierbij wordt ook de inrichting en het gebruik van de gehuurde ruimte in acht genomen.

Artikel 230a bedrijfsruimte (ex 230a bedrijfsruimte)

Alle ruimtes die geen woonruimte zijn en niet vallen onder de artikel 290 bedrijfsruimtes zijn een artikel 230a bedrijfsruimte. Dit is een grote restcategorie waar onder andere de volgende zaken vallen:

  • banken
  • ziekenhuizen
  • sportcomplexen
  • opslagruimtes

Het blijkt in de praktijk in veel gevallen lastig om te bepalen om welk type bedrijfsruimte het gaat.